De 37 Limburgse beken zijn op basis van het verhang (hoogteverschil) en de daaraan gerelateerde stroomsnelheid grofweg in te delen in drie typen: laaglandbeken, terrasbeken en heuvellandbeken. Elk type heeft een eigen karakteristieke aquatische levensgemeenschap.
De ecologische kwaliteit van Europees beschermde Limburgse beken
De ecologische kwaliteit van Europees beschermde Limburgse beken
In twee verdiepende achtergrondartikelen gaan Torben Mulder (Partners for Innovation) en Fred van den Brink (Provincie Limburg) in op de status van onze Limburgse beken. Hoever we zijn met het behalen van de Kaderrichtlijn Water (KRW) doelstellingen? Welke factoren hebben hier een invloed op? En wat dienen we aan te pakken om de doelen alsnog te kunnen halen? In dit eerste deel ligt de focus op de ecologische kwaliteit van onze beken.
4 november 2024
KRW: Hoe gaat het er nu werkelijk mee?
In Limburg zijn 37 beken onder de Europese Kaderrichtlijn Water gerangschikt. Deze beken zijn op basis van geohydrologische en landschappelijke kenmerken ingedeeld in heuvellandbeken, terrasbeken en laaglandbeken. Op dit moment voldoen de meeste beken nog niet aan de KRW-doelstellingen voor 2027. Om deze doelen te halen, is het cruciaal om de ecologische en chemische toestand van de beken te analyseren en te verbeteren door tijdig maatregelen te nemen.
Natuurlijke beekdalen
Uit analyses blijkt dat de natuurlijke staat van de beken, die in het verleden door diverse ingrepen is aangetast, samen met veranderend landgebruik in de stroomgebieden, de belangrijkste oorzaak is van de lage ecologische kwaliteit. De oorzaken en potentiële oplossingen verschillen per beek.
Het belang van beekdalen en beken
Beekdalen en beken vormen de haarvaten en slagaders van de waterhuishouding in de Limburgse zand- en lössgronden. De diverse bronnetjes, beken en riviertjes zorgen niet alleen voor de aan- en afvoer van neerslagwater, maar hebben ook een grote ecologische waarde. Sommige Limburgse beken herbergen een unieke flora en fauna met zeldzame soorten.
In de loop der jaren hebben ingrepen in de stroomgebieden hun tol geëist. Veel beken zijn rechtgetrokken, verdiept en gestuwd voor voedselvoorziening, energieopwekking en waterbeheer. Tot eind vorige eeuw werden beken vooral als afvoergoten beschouwd, wat leidde tot verontreiniging van het water en afname van biodiversiteit. Aandacht voor waterkwaliteit ontbrak lange tijd.
Wetgeving voor waterkwaliteit
De Wet op de Verontreiniging van Oppervlaktewateren (WVO) in 1970 bracht geleidelijk verandering, en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) van 2000 stelde verdere eisen om de kwaliteit van grond- en oppervlaktewater te verbeteren. Volgens de KRW moeten oppervlakte- en grondwater uiterlijk in 2027 in goede staat zijn, wat ons aanspoort om de ecologische toestand van beken te beoordelen.
Drie type beken
Ecologische toestand
Het Waterschap Limburg monitort elke beek op diverse monsterpunten om de drie jaar. Op basis van de verzamelde gegevens wordt de Ecologische Kwaliteits Ratio (EKR) berekend voor waterplanten, macrofauna en vissen. Over het algemeen is de ecologische toestand van natuurlijke beken beter dan die van sterk veranderde beken. Dit geldt vooral voor terras- en heuvellandbeken, waarvan veel zich in de buurt van Natura 2000-gebieden bevinden. Opvallend is dat de ecologische situatie voor vissen slechter is dan voor macrofauna en macroflora.
Ecologische en hydrologische knelpunten
De ecologische verschillen tussen de drie beektypen zijn groot, voornamelijk door variaties in bodemgesteldheid en stroomsnelheid. De natuurlijke werking van het systeem is vaak verstoord, wat leidt tot problemen als wateroverlast en droogte, en het niet behalen van de KRW-doelstellingen.
Knelpunten per beektype
Laaglandbeken kampen vooral met problemen door veranderend landgebruik, kanalisering, wateraanvoer en stedelijke belasting. Heuvellandbeken worden beïnvloed door veranderend grondgebruik en verstedelijking, wat leidt tot piekafvoeren en erosie. Terrasbeken vertonen een combinatie van deze problemen.
Klimaatverandering en ecologische stress
Klimaatverandering veroorzaakt vaker wateroverlast en extreme droogte, wat de ecologische kwaliteit van de beken negatief beïnvloedt. Door de intensieve ont- en afwatering, rechttrekken en overdimensionering van beken, en veranderend grondgebruik, is het watervasthoudend vermogen van de stroomgebieden sterk afgenomen. Dit leidt tot piekafvoeren in natte perioden en watertekort in droge perioden, met negatieve gevolgen voor de aquatische ecologie.
Conclusie
De ecologische kwaliteit van beken wordt sterk beïnvloed door de natuurlijke staat van de beek en het dominante landgebruik in het stroomgebied. Hoe natuurlijker de beek en het landgebruik, hoe hoger de ecologische kwaliteit.
Verder lezen
👉 Lees de uitgebreide versie van het artikel De Europees beschermde waterlopen in Limburg (pdf).
In het volgende artikel gaan we dieper in op de stressoren, maatregelen en haalbaarheid van de verbeteringsdoelstellingen en geven we een perspectief op de uitvoering.
Ruben Vleeschouwers
Adviseur Water & Milieu
Bereikbaar: Ma t/m do