‘Helemaal eens met LTO, het huidige stikstofbeleid is onhoudbaar’
'Helemaal eens met LTO, het huidige stikstofbeleid is onhoudbaar'
Andrea Bakker, onze adviseur Transitie Landbouw & Milieu, reageert in deze blog op het artikel ‘Ontwikkeling KDW bewijst onhoudbaarheid van het huidige stikstofbeleid’ van LTO Noord.
23 september 2023
Lees ook het artikel ‘Ontwikkeling KDW bewijst onhoudbaarheid van het huidige stikstofbeleid’
Eens in de tien jaar wordt nieuwe wetenschappelijke kennis over de stikstofgevoeligheid van natuur verzameld en samengevat in een Europees rapport over de kritische depositiewaarden (KDW). De KDW geeft aan wat de drempelwaarde is van stikstofneerslag die een bepaalde soort natuur maximaal aankan; Wat dus de laatste druppel is voordat de emmer overloopt. Het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit heeft Wageningen Universiteit opdracht gegeven om dit voor de Nederlandse natuur te verwerken en vorige week is bekend geworden dat als gevolg hiervan de KDW van veel stikstofgevoelige natuur in Nederland fors verder aangescherpt wordt en dus de stikstofuitstoot nog verder teruggedrongen moet worden om natuurdoelen te halen.
‘LTO: opnieuw onzekerheid voor boeren en modellen onwerkbaar’
Voor LTO is er nu geen alternatief meer: “stikstofbeleid dat gebaseerd is op de KDW is volstrekt onwerkbaar en moet vervangen worden door beleid waarin niet modellen, maar de feitelijke kwaliteit van de natuur centraal staat.” LTO-voorzitter Sjaak van der Tak: “Met deze nieuwe wijziging ontstaat er opnieuw onzekerheid voor alle boeren die bereid zijn om stappen te zetten (…) Dat is een heel slechte zaak (…) We moeten toe naar nieuw natuurbeleid dat óók de land- en tuinbouw perspectief, houvast en duidelijkheid biedt.”
Het huidige stikstofbeleid is inderdaad onhoudbaar
Argument 1 LTO – niet modellen maar feitelijke kwaliteit natuur moet centraal staan
Grappig genoeg, is het Europese onderzoek (UNECE) naar de KDWs juist gebaseerd op langdurige veldexperimenten en houdt rekening met verschillen in omstandigheden, zoals bodem en klimaat. Wieger Wamelink, ecologisch onderzoeker van Wageningen University & Research, legt uit waarom de KDW lager is vastgesteld: “Stikstof dat neerslaat in een natuurgebied blijft jarenlang in de bodem en in planten aanwezig en bouwt zich hier op. Tegelijkertijd verzuurt de bodem steeds verder. Veldexperimenten, zoals het onderzoek van UNECE, laten steeds beter zien welk effect dit heeft op de natuur. Hoe langer de metingen lopen, hoe duidelijker wordt wat de negatieve gevolgen zijn van teveel stikstof op de natuur. Daardoor wordt ook de KDW steeds nauwkeuriger en veelal lager.”
Daarnaast geeft de periodieke Vogel- en Habitatrichtlijnrapportage aan de dat het gemiddeld genomen niet goed met de natuur in Nederland. Ook uit de recente natuurdoelanalyses (in Limburg maar ook in de rest van Nederland) blijkt dat de natuur aantoonbaar achteruit is gegaan, overbelast is voor stikstof en dat in veel gevallen sprake is van verdroging. Kortom, als we uitgaan van de feitelijke kwaliteit van de natuur, dan zijn er grote stappen te maken, alleen al om een verdere verslechtering te voorkomen (laat staan om een verbetering te bereiken). Dat is al jaren (zelfs decennia) bekend en kan dus niet als verrassing komen.
Argument 2 LTO – duidelijkheid voor boeren
Boeren moeten duidelijkheid krijgen, geen zwabberend overheidsbeleid, daar is de NMF Limburg het wel mee eens. Maar de richting is (al jaren) duidelijk: de milieudruk vanuit de landbouw moet flink naar beneden, of het nu gaat om stikstof of bestrijdingsmiddelen. De aanscherping van de KDW-normen past in deze richting en is geen gezwabber, maar voortschrijdend inzicht op basis van veldwerk (praktijk). Dat risico is niet weg te nemen, maar hoort bij het ondernemerschap, waarin het nodig is om vooruit te kijken en te anticiperen, flexibiliteit en creativiteit gevraagd wordt en uiteindelijk gecalculeerde risico’s te nemen.
Argument 3 LTO – het stikstofbeleid is onwerkbaar
Het feit dat de natuur blijkbaar nog gevoeliger is voor stikstof dan eerder gedacht, is zorgwekkend nieuws voor de natuur, maar ook voor onze huidige vergunningverlening. Die is er namelijk op gericht dat economische activiteiten onze leefomgeving in principe mogen aantasten tot een bepaald niveau. Of het nu gaat om stikstofuitstoot op de natuur, lozingen van het zeer schadelijke ‘forever chemical’ PFAS in ons watersysteem of het gebruik van bestrijdingsmiddelen die biodiversiteit en gezondheid in onze leefomgeving. Wij zijn het dus eens met LTO dat het beleid om moet.
De druk op onze leefomgeving is namelijk gigantisch en neemt alleen maar verder toe. Dat gaat veel verder dan de landbouw, ook de industrie, bouw, enzovoort moeten hun aandeel leveren. Maar het is ook niet de bedoeling dat zij zich allemaal achter elkaar verschuilen (‘als de industrie het niet doet, dan doe ik het ook niet’). De norm zou moeten zijn dat we in Nederland op termijn niet langer activiteiten toestaan die gebiedsvreemde stoffen in het milieu brengen. Dat kan het beste op bedrijfsniveau geborgd worden. Met een afbouwpad dat binnen afzienbare tijd richting nul gaat. Daarmee laten we zien dat economische belangen niet boven gezondheid van mens en natuur staan.
De druk op onze leefomgeving is gigantischOm een indruk te geven, betekent de aangepaste KDW dat gemiddeld over heel Nederland alsnog een gigantische 18 kg (!!!) stikstof per hectare natuur per jaar mag neerslaan. En dat is los nog van de stikstof (nitraat)uitspoeling naar ons watersysteem, die zowel natuurlijke ecosystemen als ons drinkwater schaadt. Voor bestrijdingsmiddelen geldt dat in ruim één derde van de onderzochte waterwingebieden in Nederland één of meer bestrijdingsmiddelen een probleemstof of potentiële probleemstof vormen doordat zij in zulke grote hoeveelheden voorkomen dat ze de normen (dreigen te) overschrijden. Voor PFAS, een verzamelnaam voor ‘zeer zorgwekkende stoffen’ waarvan al decennia bekend is dat zij kankerverwekkend zijn en het immuunsysteem aantasten, is in 2020 voor het eerst door de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) een gezondheidskundige (achtergrond) grenswaarde vastgesteld. Als gevolg hiervan zijn ook grenswaarden voor water en bodem bepaald. Ondanks overschrijdingen van zelfs 25.000 (!!!) keer de grenswaarde in bepaalde waterwegen, worden vergunningen maar heel beperkt aangepast en is nauwelijks zicht op welke bedrijven welke hoeveelheden lozen. |
Wil je reageren? Neem contact op met Andrea
Andrea Bakker
Adviseur Landbouw & Milieu / Adjunct directeur
Bereikbaar: Ma t/m do