Van appeltjestijd tot thuisrestaurants: Een gesprek met Bart Cobben en Karin Timmermans over hun tijd bij NMF Limburg en plannen voor de toekomst
Van appeltjestijd tot thuisrestaurants:
Een gesprek met Bart Cobben en Karin Timmermans over hun tijd bij NMF Limburg en plannen voor de toekomst
Eind juni nemen we afscheid van onze collega’s Bart Cobben en Karin Timmermans. Zij gaan genieten van een welverdiend pensioen. In dit interview blikken we terug op hun lange loopbaan bij de NMF Limburg; Karin ruim 22 jaar en Bart maar liefst 35 jaar dienstverband! Maar ook hun plannen voor de toekomst komen aan bod. Want hoe gaan Bart en Karin straks invulling geven aan het leven als pensionado/a?
26 juni 2023
De afgelopen 22 jaar hebben jullie vijf dagen per week in hetzelfde kantoor doorgebracht. Dan leer je elkaar wel kennen. Als je de ander met één woord zou moeten typeren, welk woord is dat en waarom?
Bart: Sociaal! En waarom, Karin is inhoudelijk heel erg betrokken bij het werk maar ook erg geïnteresseerd in het persoonlijke leven van collega’s. Karins belangstelling voor de mens achter het werk typeert haar wel.
Karin: Solide! Dat woord zegt eigenlijk alles over Bart. Hij is iemand waar je op kunt bouwen. Hij is altijd beschikbaar, ook letterlijk, want de keren dat Bart zich in die 35 jaar heeft ziekgemeld zijn op een hand te tellen.
Kunnen jullie aan de hand van een kleine anekdote of herinnering iets vertellen over de eerste jaren van jullie samenwerking?
Karin: Toen ik net begon te werken bij de milieufederatie hadden we nog geen e-mail. Op een gegeven moment hadden we wel een intern systeem waarmee je onderling berichtjes kon sturen. ’s Middags rond een uur of drie stuurde Annie van de administratie dan vaak het berichtje ‘appeltjestijd’ en dan gingen we een kwartiertje bij elkaar zitten om samen een appeltje te eten. Dat momentje van rust vind ik echt typerend voor die tijd. De werkdruk lag wat lager en er was op kantoor een groot gevoel van samenhorigheid. Dat is nu toch anders, we werken meer individualistisch en hebben ook gewoonweg minder tijd voor informele overlegjes.
Bart: Wat ik me goed kan herinneren is dat Karin al zo’n beetje in de eerste week van haar dienstverband alles op de schop wilde nemen. Je hoorde haar voortdurend zeggen: dit moet anders en dat kan beter. Het was echt een frisse wind door de organisatie en ze stak haar ideeën niet onder stoelen of banken. Waar een ander misschien zou zeggen, daar moeten we misschien even over nadenken, was het met Karin echt boem, baf!
Legendarisch is het groene broodtrommeltje van Bart, dat 35 jaar dienstverband net niet heeft gehaald. Staat dit trommeltje symbool voor duurzaam werknemerschap? Hoe zien jullie dat?
Karin: Voor mij was het normaal om langere tijd voor een baas te werken. De kortste periode was zes jaar.
Bart: Ik zeg weleens, het werk dat wij doen, daar moet je prettig gestoord voor zijn. Want voor het geld kun je beter ergens anders gaan werken. Een bepaalde bevlogenheid, het idee om Limburg mooier achter te laten, dat is wat mensen typeert die zich voor langere tijd verbinden met onze organisatie. Je kunt nog zo deskundig zijn, zonder die intrinsieke motivatie wordt het meestal maar een kort verhaal.
Karin: Ik heb nog wel een leuke anekdote. Op de allereerste dag dat ik hier begon te werken raakte ik met wat collega’s aan de praat over het weekend. Ik zal nooit vergeten dat een van hen vertelde dat hij had geluisterd naar de groene boomkikker in De Doort. Toen dacht ik: ik denk dat ik hier maar even blijf. Een verademing vergeleken met het hectische bedrijfsleven waar ik vandaan kwam.
Jullie hebben beide in je eigen werkveld veel betekend voor de NMF Limburg. Bart op het vlak van ruimtelijke ordening en natuur en Karin als veelzijdige spin in het kantoorweb. Terugkijkend op wat jullie allemaal hebben bereikt, waar zijn jullie zelf nou het meest trots op en waarom?
Bart: Dat we tegenwoordig worden gezien als een professionele en deskundige organisatie vind ik wel iets om trots op te zijn. Dat is een verdienste van alle medewerkers trouwens. 35 jaar geleden was dat wel anders, toen werden we toch vooral beschouwd als lastig en een vertragende factor.
Karin: We stonden in die beginperiode ook regelmatig op de barricaden. Demonstreren tegen de mergelwinning op het plateau van Margraten bijvoorbeeld. Onze rol is wat dat betreft wel veranderd. Minder roepen en meer meepraten.
Karin: Zelf ben ik nog altijd erg in mijn nopjes met het CRM-programma waar ik hard voor heb gestreden. Het relatiebeheersysteem dat door de landelijke federatie werd gebruikt was omslachtig en erg duur. Samen met de Brabantse milieufederatie hebben we tegen de stroom in gekozen voor een alternatief programma en dat bleek zo succesvol dat de meeste federaties zijn overgestapt.
Natuurlijk waren er ook tegenvallers, dingen die niet gelukt zijn of anders uitpakten dan gehoopt. Waar kijken jullie met gemengde gevoelens op terug?
Bart: Mijn grootste frustratie is de kap van het Sterrebos, daar heb ik nog weleens slapeloze nachten van. In dat dossier zijn we echt bedonderd door zowel bedrijfsleven als de provincie die beide in het voortraject aangaven dat ze het bos pas zouden kappen als er 100% zeker een nieuwe opdrachtgever voor VDL Nedcar was gevonden. Uiteindelijk bleek die belofte niets waard, want ze hebben deze voorwaarde gewoon losgelaten. Met als gevolg dat het Sterrebos naar nu blijkt onnodig tegen de vlakte is gegaan.
Karin: De Coronatijd was voor mij echt heel frustrerend. Ik ben wel gewoon naar kantoor blijven gaan, maar zat daar dan de hele dag alleen te werken. Je mist dan toch het directe contact met collega’s, zeker in mijn functie. En ook nu vind ik het maar niks dat mensen nog altijd veel thuis werken. Dat gaat toch ten koste van een stukje onderlinge samenhang en collegialiteit.
Als je vanuit je eigen werkveld kijkt naar de NMF Limburg, in welke richting hopen jullie dat de organisatie zich gaat ontwikkelen in de komende tien jaar?
Karin: Ik hoop dat de NMF Limburg een hele jonge frisse organisatie gaat worden. Dat geldt trouwens ook voor onze achterban, die behoorlijk vergrijsd is en best wat mag verjongen. En de naamsbekendheid van onze organisatie, daar is echt nog een slag te slaan. Ik ken vrijwel niemand in mijn directe omgeving die de NMF Limburg kent of als donateur steunt. Een gemiste kans.
Bart: Ik denk dat onze naamsbekendheid de afgelopen jaren vooral bij beleidsmakers heel erg is verbeterd. Ik herken wel het beeld dat we bij de gemiddelde Limburger niet zo bekend zijn. Dat heeft ook te maken met de aard van het werk; er zijn maar weinig mensen geïnteresseerd in onze doorgaans toch wat taaie milieudossiers. Alhoewel ik wel een verandering zie bij met name de jeugd. Ik heb goede hoop dat de nieuwe generatie meer oog heeft voor de kwetsbaarheid van natuur en milieu.
Over de toekomst gesproken, hebben jullie zelf al nagedacht over een invulling van het leven als pensionado/a?
Bart: Ik wil wat meer tijd gaan besteden aan hobby’s, zoals gravelbiken en een cursus fotografie en Spaans volgen. Daarnaast wil ik op termijn ook wel vrijwillig aan de slag bij een maatschappelijke organisatie. Iets met vluchtelingen lijkt me mooi werk. Ik ga in elk geval een gezonde afstand nemen van de groene sector waarin ik de afgelopen 35 jaar werkzaam was.
Karin: Ik ga zeker wat doen, lekker thuiszitten en genieten van de tuin (lachend). Maar ook zeker wat op sociaal vlak. Samen met ondernemers uit de buurt ben ik nu al thuisrestaurants aan het opzetten. Het idee is om mensen met diverse achtergronden samen te brengen rond de maaltijd. Voor een klein bedrag kun je aanschuiven bij iemand thuis aan tafel. Behalve om lekker eten draait het om verbinding maken en de ander leren kennen. We hopen nog wat subsidie te krijgen van de gemeente Roermond, zodat we in november kunnen starten.