Actualisering bestemmingsplannen
1 oktober 2003
Actualisering bestemmingsplannen
Colleges van Burgemeester en Wethouders van alle Limburgse gemeenten
Roermond : 1 oktober 2003
Behandeld door : Dhr. B. Cobben
Nummer/ Kenmerk : 03.00166/BC/292.14
Geacht College,
De Milieufederatie Limburg vraagt uw aandacht voor het volgende. Onlangs heeft de Raad van State uitspraak gedaan inzake een hoger beroep, dat door de Milieufederatie was ingesteld. Het betrof een zaak, waarbij de gemeente Venlo bouwvergunning had verleend voor het oprichten van een glastuinbouwbedrijf. De beoogde plek maakt deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en van de Provinciale Ecologische Structuur (PES). Voor zowel EHS als PES geldt een planologische basisbescherming. Het voornemen om hier een glastuinbouwbedrijf te vestigen, is strijdig met zowel rijks- als provinciaal ruimtelijk beleid.
Dit laatste wordt niet bestreden door provincie en gemeente. Het vigerende bestemmingsplan voor het betreffende gebied maakt echter de bouw van het glastuinbouwbedrijf mogelijk. Het betreft hier een bestemmingsplan van meer dan 40 jaar oud! De bouwvergunning moest worden afgegeven omdat het bestemmingsplan weliswaar beleidsmatig sterk verouderd is, maar juridisch nog altijd vigerend. Recent rijks- (o.a. Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening) en provinciaal (POL) beleid vormen geen toetsingskader bij de afgifte van bouwvergunningen. In het antwoord van de gemeente Venlo op het bezwaarschrift van de Milieufederatie staat letterlijk: “Wij erkennen dat de beoogde bebouwing niet past in de gewenste ontwikkeling van het gebied, doch wij hebben de op basis van het ter plaatse geldende bestemmingsplan bestaande rechten van de aanvrager te respecteren᾿. De Raad van State heeft deze redenering in haar uitspraak bevestigd.
Bovenstaande case betreft de gemeente Venlo, maar het had net zo goed een andere gemeente in Limburg kunnen zijn. Naar onze mening gaat het hier niet om een incident. Ons is gebleken dat er in heel Limburg maar liefst 80 bestemmings-plannen dateren van vóór 1990, waarvan zelfs 15 van vóór 1970 (informatie afkomstig van bijlage 9 bij de stukken voor de Provinciale Statencommissie Ruimte en Groen d.d. 12 september 2003). Op grond van artikel 33, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening dienen bestemmingsplannen tenminste eenmaal in de tien jaren herzien te worden. Volgens de Raad van State “…is de genoemde termijn van tien jaren een termijn van orde, waaraan geen gevolgen zijn verbonden voor de rechtskracht van het bestemmingsplan᾿.
Dat betekent dat zich in veel gemeenten in Limburg – gezien het feit dat een groot aantal bestemmingsplannen sterk verouderd is – ontwikkelingen kunnen voordoen, die ongewenst zijn en niet in overeenstemming met recente inzichten en beleid op het gebied van ruimtelijke ordening. Als gemeente heeft u echter – zonder het treffen van adequate maatregelen – geen wapens in handen om dit soort ongewenste ontwikkelingen tegen te gaan.
Wij verzoeken u dan ook dringend om te bezien of zich problemen zoals hiervoor geschetst in uw gemeente kunnen voordoen en zo nodig treffende maatregelen te nemen. Hierbij kunt u denken aan het nemen van een voorbereidingsbesluit ter voorkoming van verdere ongewenste ontwikkelingen en het actualiseren van verouderde bestemmingsplannen.
Hoogachtend,
Stichting Milieufederatie Limburg
Ir. H.K. Vijverberg – directeur
Een afschrift van deze brief is verzonden aan:
– College van Gedeputeerde Staten
– Fracties Provinciale Staten
– VROM-inspectie Regio Zuid
– LNV Directie Zuid
– Limburgs Landschap
– Vereniging Natuurmonumenten
– Staatsbosbeheer
– Pers