NMF Limburg dient zienswijze in tegen uitbreiding mestfabriek in Ysselsteyn
10 maart 2021
NMF Limburg dient zienswijze in tegen uitbreiding mestfabriek in Ysselsteyn
Varkensbedrijf Houbensteyn wil de capaciteit van de mestfabriek aan de Ysselsteynseweg 25 te Heide aanzienlijk uitbreiden van 35.000 ton naar bijna 100.000 ton per jaar en zijn mengvoederfabriek aan de Ysselsteynseweg 69 ook naar dit adres verplaatsen. De NMF Limburg heeft een zienswijze ingediend op de Notitie Reikwijdte en Detailniveau MER (Milieu Effect Rapportage) die voor deze plannen ter inzage lag.
Aanpak van de mestproblematiek bij de bron: minder dieren
De NMF Limburg pleit ervoor het probleem van het mestoverschot bij de bron aan te pakken. Mestfabrieken worden namelijk gebouwd omdat in Limburg simpelweg te veel mest wordt geproduceerd door het enorme aantal varkens, kippen, geiten en niet-grondgebonden melkvee. Minder landbouwdieren betekent ook een oplossing voor andere problemen, zoals de depositie van ammoniak. Waterwinbedrijven geven daarnaast aan dat de drinkwaterwinning gevaar loopt door verontreiniging met meststoffen.
Omwonenden van mestfabrieken ervaren veel geluid- en stankoverlast
Veel omwonenden van mestfabrieken ervaren geluidoverlast van af en aan rijdende vrachtwagens met mest en stankoverlast blijkt uit het rapport Overlast door mestfabrieken van de Brabantse Milieufederatie uit 2020.
Gezondheidsrisico’s van mestfabrieken
Uit literatuuronderzoek door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) blijkt dat er nog weinig onderzoek is gedaan naar eventuele infectierisico’s van mest. Ook de GGD geeft aan dat het aannemelijk is dat gezondheidsklachten van omwonenden van mestfabrieken veroorzaakt worden door de uitstoot van irriterende en toxische stoffen van deze fabrieken.
Opkopen van dierproductierechten in plaats van subsidie aan mestfabrieken
Bestaande mestfabrieken zijn vaak niet rendabel en worden overeind gehouden met overheidsgeld. Geld van de overheid kan beter worden benut voor het opkopen van dierproductierechten, zodat het aantal varkens van stoppende varkensboeren uit de markt wordt gehaald en niet wordt doorverkocht aan varkensbedrijven die willen uitbreiden. Met deze oplossing neemt het aantal varkens af en daarmee ook het mestoverschot en de behoefte aan meer mestfabrieken.
Conclusies en aanbevelingen voor de MER
Houd rekening met de afname van de veestapel en daarmee een verminderd mestoverschot
Het is essentieel om bij de omvang en locaties van mestverwerkingsinstallaties rekening te houden met de sinds langere tijd ingezette autonome daling van de veestapel. Deze daling is nog versneld doordat het rijk de afgelopen jaren fors heeft ingezet op vermindering van geuroverlast via saneringsregelingen zoals de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen. Daarnaast was er ook een Stoppersregeling voor varkens- en pluimveehouders. Daarbij komt nog dat een aanzienlijk deel van de veehouderijbedrijven geen opvolger heeft én dat in de in 2020 aangenomen Stikstofwet twee miljard euro is gereserveerd voor maatregelen om stikstofuitstoot te beperken, waaronder het uitkopen van boeren.
Breng alle meststromen in beeld
Het is van belang om te bepalen of de beoogde vergrote capaciteit van de mestfabriek is gebaseerd op alleen de mestproductie van de varkensbedrijven van Houbensteyn of dat er ook mest van elders (andere bedrijven van andere eigenaren) aangevoerd wordt. Als dat laatste het geval is, is dan precies bekend van welke bedrijven mest aangevoerd zal worden? Dat laatste is noodzakelijk om te kunnen berekenen wat de milieuwinst is van mestverwerking op één centrale plek versus mestverwerking op diverse locaties. Bijvoorbeeld om te kunnen berekenen op welke locaties stikstofemissie vermindert door het weghalen van mestverwerking daar en wat daarmee het uiteindelijke effect is van stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden, omdat de stikstofemissie aan de Ysselsteynseweg 25 zal toenemen. Daarnaast is een totaaloverzicht van alle meststromen noodzakelijk om te kunnen bepalen hoeveel mestverwerkingscapaciteit überhaupt nodig is.
Grootschalige mestverwerking hoort thuis op een industrieterrein
Grootschalige mestverwerking gedraagt zich in omvang, milieubelasting en logistiek als een industriële activiteit en hoort daarom thuis op een industrieterrein. In de provincie Noord-Brabant is dat al zo geregeld: het huidige mestbeleid van de provincie Noord-Brabant ziet mestbewerking als een industriële activiteit die thuishoort op bedrijventerreinen waar middelzware tot zware milieucategorieën zijn toegestaan met de bijbehorende normen.
Naast de Provinciale Omgevingsvisie (POVI) is er ook een Nationale Omgevingsvisie (NOVI) in de maak voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. Samen met diverse natuur- en landschapsorganisaties hebben we een aantal aanbevelingen en suggesties opgesteld voor de NOVI.