Peelgroepen roepen regio uit tot ‘overbelast gebied’
13 januari 2014
Peelgroepen roepen regio uit tot ‘overbelast gebied’
Inwoners- en milieugroepen uit de Limburgse en Brabantse Peel hebben alle gemeenten en dorpen in deze regio uitgeroepen tot ‘overbelast gebied’. Het milieu en de leefbaarheid in deze plaatsen staan al decennia zwaar onder druk vanwege de enorme veedichtheid en andere problemen veroorzaakt door de intensieve veehouderij.
De komende weken gaan de leden van Provinciale Staten van Brabant weer aan tafel om nieuwe ontwikkelruimte te creëren voor de veehouderij. Volgens de Peelgroepen is die ruimte er al lang niet meer. Om dat argument kracht bij te zetten zijn alle gemeenteborden in de Peelregio de afgelopen weken voorzien van het bord ‘Stop! Overbelast gebied’ en gefotografeerd.
Grote delen van Limburg en Brabant, met name de Peel en Kempen, zijn gebieden met de allerhoogste veedichtheid van Europa.
Zelfs wereldwijd zijn er maar weinig regio’s waar meer dieren per km2 worden gehouden. Tot die constatering komen de bewoners- en milieugroepen aan de hand van een vergelijking van gegevens van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) aangevuld met statistische data uit onder meer Nederland (CBS), Duitsland, Denemarken, België, Frankrijk en Spanje.
De Peelregio, het grensgebied van Oost-Brabant en Noord-Limburg, heeft veruit de allerhoogste varkensdichtheid van heel Europa. In totaal gaat het om 4,6 miljoen varkens. In heel Brabant gaat het om 5,7 miljoen varkens. Daar bovenop komen nog allerlei andere diersoorten, zoals pluimvee, runderen, geiten, nertsen, enz. Bij elkaar opgeteld verblijven er in Brabant bijna 61 miljoen dieren, waarvan ruim 33 miljoen in de Peelregio en circa 10 miljoen in de Kempen.
Deze hoge veedichtheid in combinatie met het grote aantal inwoners is reden voor grote zorg. Extra ontwikkelruimte voor de veesector (uitbreiding van de veestapel-red.) wordt door de bewoners- en milieugroepengroepen als ‘volstrekt onverantwoord en onrealistisch’ betiteld omdat er al veel overlast en milieuvervuiling is zoals geurhinder en ammoniakuitstoot.
Naast zorgen over risico’s voor de volksgezondheid (Q-koorts e.d.) staat de leefbaarheid in grote delen van de Peel al decennia onder druk. Tal van rapporten tonen aan dat de kwaliteit van lucht (ammoniak en fijnstof), bodem en water nog steeds niet aan de normen voldoet. Veel inwoners klagen over stankoverlast, mede veroorzaakt door gebrekkige regelgeving en handhaving.
De kern van het probleem is de gigantische veestapel, op de been gehouden door grootschalige import van grondstoffen zoals soja. Door gebrek aan voldoende landbouwgrond levert dit een enorm mestoverschot op dat in de Peelregio is opgelopen tot 6 miljoen ton per jaar. Deze hoeveelheid mest vertegenwoordigt een colonne tankwagens van Den Haag naar Sevilla in Zuid-Spanje en weer terug. Bumper aan bumper! De overheid denkt dit mestprobleem op te kunnen lossen door veehouders te verplichten mestfabrieken te bouwen. In werkelijkheid lossen mestfabrieken niets op: de hoeveelheid mineralen blijft gelijk en het afvalwater van deze installaties belandt letterlijk in de sloot.
De gevolgen van de te grote veestapel zijn overal merkbaar. Waterwinstations worden gesloten vanwege te hoge nitraatgehalten (uitspoeling van mest naar het grondwater). Ook worden de normen voor de stikstofdepositie op kwetsbare natuurgebieden zoals de Groote Peel structureel overschreden met bijna 600 (!!) procent. Een ander tastbaar bewijs is de landschapsvervuiling met megastallen, mestfabrieken en wagenparken die het mooie landschap steeds meer domineren.